Het uitgangspunt is behoorlijk simpel: we moeten van punt A (Kinshasa) naar punt B (Mwembe) met een 400 tal kilogram aan bagage als extra uitdaging. In Congo is echter niets eenvoudig. Minstens een kwartet aan opties wordt op tafel gelegd en onderzocht, daarbij rekening houdend met o.a. volgende parameters: beperkt aanbod van geschikte wagens, kapotte veerponden (waardoor we de rivieren niet over kunnen), mogelijke tussenposten, kostprijs (per kilo), het scheiden van vracht en personen…
Enfin, na heel wat gepalaver, gebel en gepuzzel, doorstaat maar 1 mogelijkheid de realiteitstoets: We gaan met het vliegtuig naar Ilebo en dan over de Kasai rivier naar Mapangu, vandaar brengt een jeep ons naar de eindbestemming. Achteraf is het hoogst opmerkelijk dat zoveel geregel in 1 paragraaf kan worden samengevat.
Hoewel we al een heel arsenaal aan gereedschap uit België hadden meegenomen, stonden er toch nog een aantal zaken op ons boodschappenlijstje. Met de hulp van onze fixer, Serge, trekken we de chaotische stad in. Met handen, voeten, (veel) zweet, schoolfrans en technische schetsen, proberen we duidelijk te maken wat bedhaken zijn.
Gewoon winkelen, ook dat blijkt niet “simple comme bonjour”. In de tropische hitte slenteren we twee dagen van de ene zaak naar de andere over de stoffige, onverharde aarde die een straat moet voorstellen. Om de calvarietocht draaglijk te maken en om onze zoeksuccesjes te vieren is er aan het eind van de dag (of vroeger) steeds een ijskoude fles Primus bier. Aaaaah … dat doet deugd.
De zoektochten naar materiaal geven ons een beeld van de armoede, chaos en de benauwende uitzichtloosheid van Kinshasa. Verwaarloosde wegen waar wrakken op wielen tussen de putten moeten zigzaggen, aanklampende straatkinderen, versufte soldaten met bloeddoorlopen ogen; het is een weinig opbeurend spektakel. Fotogeniek is het absoluut, zeker de kunstig geschilderde reclameboodschappen op de muren, maar plaatjes schieten, is niet toegestaan.
Stan:
“Frank had ons verwittigd en in de gidsen die ik had gelezen stond dat fotograferen in Kinshasa taboe is. Vooral het fotograferen van openbare plaatsen, kazernes, politiebureau ’s e. d. mag absoluut niet. Ik heb al een paar mooie plaatjes kunnen schieten als ik een foto maak van een Post van het Rode Kruis.
Opeens pakt een grote geblokte kerel mijn arm vast, ik wring mij los en hij roept: “je suis le chef de…” en nog wat, “donnez mois l’appareille, effasez les photos”.
De kerel is net gekleed, wit hemd over lange broek, maar wel zeer agressief. Ik denk: “Als ik nu mijn fototoestel afgeef, zie ik het niet meer terug ofwel zal ik er de nodige dollars voor moeten ophoesten”. Ondertussen was er een militair bij komen staan en de situatie werd steeds penibeler. “De foto’s zelf wissen is inacceptable”, blaft de man.
Ondertussen roep ik Els en de rest van ons groepje. Zij zijn al een eind weg maar gelukkig horen ze mij. Ik wis ondertussen de bewuste foto, en ik loop door naar de anderen. De bewuste”chef” blijft me intimideren en komt me achterna. Gelukkig geeft hij het na een tijdje toch op.
Serge en pater Leon zeggen, als wij terug zijn, dat ik goed ben weggekomen. Het Rode Kruis ligt namelijk pal naast de gevangenis voor militairen. Zij lopen er veel liever een straat voor om, laat staan dat ze het in hun hoofd zouden halen er te fotograferen. Jammer maar helaas, van Kinshasa zullen we weinig foto’s hebben.”
Op de laatste dag in de hoofdstad, proppen we al het verzamelde gereedschap in onze koffers. Daarnaast gaan er nog tientallen kilo’s voedsel, TL-buizen en een groot zonnepaneel mee. Met moeite proppen we de 17 stukken bagage in een te kleine auto en gaat het richting de locale luchthaven die eruitziet als een slecht onderhouden stadspark. Aftandse kiosken doen dienst als reisbureautjes en hard roepen blijkt er onderdeel van de omgangstaal. Geheel betrouwbaar ziet het er allemaal niet uit, maar bon, we zijn al lang blij dat we dit op vier dagen voor mekaar gekregen hebben. Morgen (weer) een dag vol avontuur; met een propelorvliegtuigje en per prauw naar de palmolieplantages nabij Mapangu … Simpel, toch?




Met Argusogen volgen we jullie belevenissen. We zijn wat blij dat het eerste deel van de reis goed gelopen is. Kinghasa op de foto lijkt dan weer niet zo vanzelfsprekend hé Stan! Groetjes aan allen van Jeff ende Chris
ReplyDelete